Het is stof voor professionals: bioplastics. Leest of hoort u ook wel eens over de composteerbare plastic zakken, de lijmen of het plastic wegwerp servies? Lijkt het niet een geweldig idee om deze - na gebruik - gewoon in uw eigen tuin te kunnen composteren? Een idee waarbij het plastic afval daadwerkelijk weer grondstof en - in geval van composteren - weer voeding voor de bodem wordt? Helaas is dat bij composteerbare plastic niet het geval. Misleiding. Composteerbaar in de chemische industrie betekend het in verschillende (vaak energie intensieve) processen weer uit elkaar halen van grondstoffen met vaak nog een resterend 'soepje' dat alleen in verbrandingsprocessen nog energie kan opwekken met een hoog giftig restproduct. Dat wordt ook wel biomassa verbranding genoemd. Het klinkt te mooi om waar te zijn. Nu willen we hier niet alle initiatieven afbranden. Er zijn tal van chemische bedrijven die veel investeren in toekomstgerichte technieken, materialen en processen. Plastic is een mega markt met talloze toepassingen. Dit zal in toekomst ook niet minder worden. Hopelijk wel anders. En daaraan werken de bedrijven die zich met bioplastics bezig houden. Op Europees niveau is men bezig met keurmerken om het kaf van het koren te scheiden. Nederlandse bedrijven zijn daar zeer ver in en velen begrijpen dat de toekomst in milieu "vriendelijk" plastic ligt. De industrie investeerd veel in onderzoek en ontwikkeling, in toezicht en circulaire productieketen. Af en toe - meestal heel klein en meestal in vakbladen - is te lezen hoeveel misbruik gemaakt wordt van deze inspanningen. "Greenwashing", een van de zwaarste vijanden van alle inzet voor een beter product en een beter milieu heerst helaas ook onder de plastics. Bouwbiologen mijden plastics en zelfs bioplastics als het maar even kan. Alternatieven zijn soms moeilijk vindbaar en vertrouwen in strenge labels is noodzakelijk om goede afwegingen en keuzes te kunnen maken. Daarom publiceren we hier de persmededeling van de Vereniging European Bioplastics, opgericht in 1993, die met en voor haar leden de ontwikkeling van bioplastics nastreeft. Greenwashing met bioplastics
0 Comments
Op zaterdag, 26.9. en zondag 27.9. vinden twee workshops "flessenwand" plaats. We gaan een buitenwand met flessen bouwen die in plaats van een raam toegepast wordt. Deze workshops zijn apart te bezoeken. Workshop 1: zaterdag 26.9.2015 VOL Workshop 2: zondag 27.9.2015 Begin 10.00 uur Einde 16.00 uur Prijs: 50,-/p.p. (na aanmelding en bevestiging voor begin workshop contant betalen) Inbegrepen: materiaal, koffie, thee, lunch Meenemen: - 5 flessen, kleuren wit, groen, blauw, rood (niet verplicht, flessen aanwezig) - werkhandschoenen - stevige schoenen of laarzen - kleding geschikt voor buiten Programma: 9.30 inloop 10.00 theorie 10.30 workshop 13.00 - 14.00 lunch 14.00 workshop 16.00 einde Aanmelding: via mail naar [email protected] met - uw volledige naam - uw adres - uw telefoonnummer waarop u te bereiken bent - de workshop, die u wilt volgen - aantal personen (met volledige naam en adres) Er is een maximum van 6 personen! Uw aanmelding is definitief na bevestiging door ons (ivm max. aantal personen). fogging blijkt ondanks betere materialen nog steeds probleem in nieuwe woningenAls fogging wordt een zwarte uitslag in nieuwe gerenoveerde woningen omschreven die zich langs buitenmuren, in hoeken, op kasten en vensterbanken vooral in de koude wintermaanden voordoet. Het lijkt op zogenaamde fijnstof, die moeilijk met een doekje verwijderd kan worden. Dit fenomeen heeft zich al in de 70er jaren voorgedaan maar lijkt ondanks nieuwe en verbeterde materiaalsamenstellingen nog niet uitgebant. Recentelijk besteedde de Duitse televisie WDR weer aandacht aan dit fogging- fenomeen: (om de uitzending te zien dient u op de foto te klikken. Een nieuwe schermblad opend de uitzending). In het Nederlands is beperkt informatie hierover te vinden. De Belgische website gezondheid.be schrijft het volgende: ‘Fogging’ is het fenomeen waarbij bepaalde materialen in de woning op korte tijd zwart verkleuren. Dit kan heel typisch zichtbaar zijn op verwarmingselementen, gordijnen, kunststof oppervlakken, ruiten en op en in elektrische apparatuur. Maar ook op muren en plafonds (vooral in hoeken). Deze zwartkleuring kan in alle kamers voorkomen, maar meestal in de woonkamer. ‘Fogging’ is niet hetzelfde als de zwartverkleuring door roetaanslag die meestal geleidelijker zichtbaar wordt en afkomstig is van verbrandingsprocessen, zoals roken, bakken en braden, branden van kaarsen, olielampen, open haarden, … Hoe ontstaat ‘fogging’? Wat ‘fogging’ precies veroorzaakt, is nog niet helemaal duidelijk. Bij onderzoek worden op de verkleurde oppervlakken wel semi-vluchtige organische stoffen (‘SVOS’) gevonden. Deze SVOS (waaronder weekmakers en brandvertragers) zijn dikwijls niet te ruiken en moeten niet worden vermeld op het etiket. SVOS worden gebruikt in verschillende verven, lakken, vloerlijmen, kunststofmaterialen… Aangezien ‘fogging’ meestal voorkomt in nieuwbouwwoningen of woningen na renovatie, lijkt het heel aannemelijk dat deze materialen verantwoordelijk kunnen zijn. ‘Fogging’ zou dan veroorzaakt worden doordat de SVOS verdampen en onder bepaalde omstandigheden grotere deeltjes vormen met stofdeeltjes in de lucht, waarna ze neerslaan op bepaalde oppervlakken. Stofdeeltjes zouden ook na luchtstromingen in de woning kunnen neerslaan op SVOS-bevattende oppervlakken. Dit heet dan het kleeffilm-effect. Is fogging gevaarlijk? ‘Fogging’ kan zeer hinderlijk zijn doordat het de esthetische waarde kan verminderen, niet altijd gemakkelijk te verwijderen is, schade aan materialen kan veroorzaken en vaak ook terugkomt. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat deze zwartverkleuring leidt tot gezondheidsklachten. Onderzoek in woningen met ‘fogging’ geeft meestal geen aanwijzingen voor specifieke luchtverontreiniging die gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Zo lang de oorzaak echter niet bekend is, zijn gezondheidseffecten niet uit te sluiten. Hoe kunt u het risico op blootstelling aan fogging beperken? Na onderzoek in Duitsland en Nederland, bleken enkele factoren kenmerkend te zijn voor het ontstaan van ‘fogging’. Ze hoeven echter niet allemaal tegelijk aanwezig te zijn om ‘fogging’ te veroorzaken: • renovatiewerkzaamheden: gebruik van SVOS-bevattende producten (verven, lakken, …), • bouwtechnische aspecten van de woning: de aanwezigheid van temperatuurverschillen, koude oppervlakken en koudebruggen, verminderde luchtdoorlatendheid (opgedreven isolatie zonder rekening te houden met het behouden of creëren van voldoende ventilatie, • inrichting van de ruimte: de aanwezigheid van meubilair of producten die SVOS bevatten (vb. sommige laminaatsoorten,…), • gebruik van de ruimte: branden van kaarsen, open haard, …: de roet- en stofdeeltjes kunnen binden met de SVOS. • binnenklimaat en weeromstandigheden: lage luchtvochtigheid, elektrostatische lucht. ‘Fogging’ is vaak sterker als er gerookt wordt in de woning, maar ze wordt er niet door veroorzaakt. De verkleuring kan in elk type woning, bij vrijwel elk type ventilatiesysteem, elke verwarmingsvoorziening, elk type geiser en elk fornuis voorkomen. De verdamping kan in de winter plots stijgen door het aanzetten van de verwarming. In combinatie met het minder verluchten en ventileren (sluiten van vensters, deuren, roosters,…) kunnen deze stoffen zich binnen opstapelen en de verkleuring veroorzaken. Verlucht en ventileer daarom extra in het stookseizoen (zeker na een renovatie). Het is vaak niet zo gemakkelijk de zwartkleuring te verwijderen. Intensief reinigen met water, allesreiniger, kunststofreiniger, … kan soms helpen. Sommige materialen kunnen zodanig aangetast zijn, dat ze niet meer te reinigen zijn. Momenteel zijn er geen normen of wetgevingen die expliciet over ‘fogging’ in het binnenmilieu van private woningen handelen. bron: www.gezondheidenmilieu.be verschenen op : 17/10/2014 , bijgewerkt op 12/08/2015 -299 Ook op de website van Athene Noctua, een bouwfysisch adviesbureau, vinden we hierover informatie uit 2001: Het plotseling zwart worden van woningen werd voor het eerst in de zeventiger jaren in Duitsland gesignaleerd. De vervuiling – een zwarte aanslag – is vooral zichtbaar op wanden en plafonds. Ook wordt ze aangetroffen op kunststof voorwerpen. De zwarte aanslag laat zich nauwelijks verwijderen met de normale schoonmaak- en oplosmiddelen. Bewoners ervaren het als heel verontrustend dat de aanslag binnen een periode van enkele weken tot maanden steeds ernstiger wordt Er zijn zelfs gevallen bekend dat de woning binnen enkele dagen zwart geworden is. Tot halverwege de negentiger jaren trok het fenomeen vooral de aandacht van niet-erkende Sachverständigen en instituten zoals AGÖF. Deze gaven aan het fenomeen de naam fogging, een begrip uit de automobielindustrie. Bij nieuwe auto’s kan er aan de binnenzijde een kleverige film ontstaan ten gevolge van het uitwasemen van semivluchtige organische stoffen. Er is zelfs een norm voor het testen van materialen op de gevoeligheid voor fogging (DIN 75201). De laatste tien jaar neemt het aantal meldingen sterk toe. Opvallend is dat de klachten zich vooral in Duitsland lijken voor te doen. In 1996 is het Bundesumweltamtes in 1996 begonnen met het inventariseren van de klachten. Sedert 1997 wordt daarvoor een vragenlijst gebruikt. Uit deze inventarisatie en andere komen een aantal opvallende punten en overeenkomsten naar voren:
Hypothesen over de oorzaak Op basis van het schadebeeld – een zwarte aanslag die visueel overeenkomt met roet – ligt het voor de hand om uit te gaan dat verbrandingsproducten de oorzaak zijn. Tappier e.a. [1] hebben van een aantal gevallen aangetoond dat een niet meer in gebruik zijnde of slecht functionerende schoorsteen als de waarschijnlijke bron aangewezen kon worden. Soms kwamen zij tot de conclusie dat uitlaatgassen uit onder de woning liggende garage via luchtlekken doordrongen in de woning. Het versmeulen van stof kon soms als oorzaak aangewezen worden. Ook het branden van kaarsen kwam als oorzaak in aanmerking. Op basis van de omstandigheden na renovatie en het verdwijnen van de vervuiling in de zomer – gaan auteurs zoals Scholz e.a. [2] ervan dat oplosmiddelen uit verf de oorzaak van het probleem zijn. Met name de semi-vluchtige componenten zouden de hoofdoorzaak zijn. Laboratoriumonderzoekingen Beide hypothesen worden nauwelijks onderbouwd door laboratoriumonderzoekingen. Microscopisch onderzoek laat een grote spreiding van de aangetroffen stoffen zien. Zelden zijn het roetdeeltjes. In 1 geval werden grote aantallen springstaartjes – een microorganisme – in het monster aangetroffen. Eén van de problemen bij de monstemame is dat de aanslag zeer dun is. Waarschijnlijk slechts enkele moleculen dik. Verder laat de aanslag zich zeer slecht verwijderen door oplosmiddelen. Hierdoor moet er rekening mee worden gehouden dat ook opgeloste stoffen uit de ondergrond in het monster terecht komen. In de praktijk zijn alleen van glas en email goede monsters te nemen. Meestal is de hoeveelheid materiaal onvoldoende voor een goede chemische analyse. Een bijkomend probleem is dat de aanwezigheid in huisstof van een groot aantal vluchtige organische stoffen “normaal” is. Hierdoor is er nauwelijks een verschil te ontdekken tussen monsters van woningen met of zonder fogging. Verklaringsmodel Recent verscheen in het blad “Gesundheitslngenieur” een artikel van Moriske e.a. [3] waarin een zeer valide verklaring voor het fenomeen wordt gegeven. Op grond van hun onderzoekingen zijn zij tot de conclusie gekomen dat fogging in woningen veroorzaakt wordt doordat semi-vluchtige weekmakers zich afzetten op koudere oppervlakken waarop zich vervolgens fijn stof hecht. Met name ftalaten spelen hierbij een belangrijke rol. Ftalaten zijn een groep van weekmakers die veelvuldig worden toegepast. Deze komen o.a. voor in radiatorenlakken en in foamruggen van tapijten. Maar ook in Doe-het-zelf verven, sommige lijmen en latex verven komen ftalaten in relatief hoge concentraties voor. Bij temperaturen onder 20°C worden ftalaten slechts in relatief geringe mate uitgewasemd. Als de temperatuur iets toeneemt, dan neemt de emissie snel toe. Op relatief koudere oppervlakken slaan de ftalaten vervolgens weer neer. Dit zijn bijvoorbeeld matig geïsoleerde dakvlakken en buitenmuren. Geringe verschillen van de oppervlaktetemperaturen beïnvloeden het patroon van neerslaan. Door het neerslaan van de ftalaten wordt het oppervlak op microschaal ‘kleverig’. Het gevolg is dat juist op deze plekken fijn stof zich daar hecht. Het fijne stof maakt het probleem van de ftalaten zichtbaar. Overigens zijn ftalaten zelf transparant en daardoor niet zichtbaar. Het fijne stof kan van verschillende bronnen afkomstig zijn. Zowel van buiten de woning als van bronnen in de woning. Met het bovenstaande model kunnen een aantal typisch kenmerken van fogging verklaard worden:
Uit inventarisaties kwam naar voren dat elektrostatische oplading mede een rol zou kunnen spelen bij fogging. Waarschijnlijk is er slechts een indirect verband. Uit een geval dat in Nederland onderzocht is, bleek dat de relatieve vochtigheid in de woning waarin fogging optrad, bijzonder laag te zijn. De kans op problemen met statische elektriciteit is groter naar mate de vochtigheid daalt. Niet uitgesloten mag worden dat bij een hogere relatieve vochtigheid de ftalaten minder snel hechten aan materialen. Conclusie Naast de geelbruin verkleuringen komt fogging in een aantal gevallen ook in aanmerking als oorzaak van de snelle vervuiling van woningen. Het zal meestal niet eenvoudig zijn om deze diagnose te stellen. Eén sterke indicator is het verdwijnen van de vervuiling in de zomermaanden. Kees Snepvangers, april 2001 Literatuur
Misschien wel interessant dat na meer dan 30 jaar inmiddels wel erkend wordt, dat fogging invloed op de gezondheid kan hebben en serieus genomen wordt. Vooral mensen met ademweg-aandoeningen of een verhoogde sensibilisering voor stoffen uit de lucht zijn hiervan betroffen. Rechtzaken door nalatigheid van woningbouwcorporaties worden in Duitsland gevoerd. Spreekt u dit dus vroegtijdig aan bij geplande renovaties. Emissievrije bouwmaterialen, goede ventilatie en regelmatig schoonmaak met - emissievrije - schoonmaakmiddelen kunnen dit voorkomen. Ook een stofzuiger met een hepa-filte nemen fijnpartikelen op en houden uw woning schoner. Het IBB heeft - misschien mede door de aantrekkende bouwbranche en het stijgende bewustzijn voor gezond wonen en bouwen - de eerste aanvragen voor een IBB- BIO-huis certificaat ontvangen. Het betreffen allen bestaande woonhuizen en zal een Gold label niet haalbaar zijn.
De bestaande bouw verdient dus een eigen label dat we - mede door de navraag - onder een nieuw label zullen voorbereiden. Toch geeft ons dat de bevestiging dat de consument op zoek is naar een bewijs van "gezond wonen - goed gedaan". Een label is maar een label. Belangrijker is het onderliggend rapport met omschrijving van materialen, toelichting, aandachtspunten etc. Een uitgebreid document dat voor de huidige en toekomsitge eigenaar zeer waardevol kan zijn. Tegelijk een groei-document, dat aanzet tot verbeterpunten. We zijn zeer verheugd over de groeiende belangstelling en houden u op de hoogte.... Na een succesvolle start van de "Duitscher Schimmelpilztag" in 2015 wordt deze wederom in 2016 georganiseerd. Referenten uit binnen- en buitenland spreken over nieuwe ontwikkelingen van de schimmelproblematiek in binnenruimten. Wanneer? 21. en 23. januari 2016 Waar? Neuss, Dtl. Kosten? 345,- excl. BTW bij aanmelding voor 31.10.2015 incl. eten en drinken tijdens congres, avondprogramma op 21.1.2016 excl. hotelovernachting, reis Taal? congres: Duits, avondprogramma 21.1.: Nederlands Bijzonderheden zijn dit keer de 4 themengebieden en praktijkgerelateerde workshops, waarin ervaringen uit de praktijk met experts besproken kunnen worden. Op deze wijze houdt u uw vakkennis op peil en bouwt aan een internationaal netwerk van professionals en experts. Vanuit Nederland organiseert het IBB een gezamenlijk bezoek. Mocht u belangstelling hebben, kunt u ons mailen. Car-sharing en verblijf in hetzelfde hotel wordt door het IBB georganiseerd. Hier vindt u alvast het programma:
Van 20.8. - 25.8.2015 vind het ESBG2015 in Montargis, Frankrijk plaats. Een tweejaarlijks Europees event over strobouw met excursies, lezingen, workshops. Hier komt de strobouw scene van Europa bijeen of iedereen die zich ertoe rekend of erbij wil horen. Dit jaar vindt het plaats in en rond het in de afgelopen jaren door crowdfunding bewaarde eerste en nog bewaarde strobalenhuis (uit 1920) van Frankrijk, ook wel bekend als het Feuillette Huis. Het centrum is een plek voor netwerken, leren en ontdekken en meer dan de moeite waard om te bezoeken. Uw ticket kunt u hier bestellen. Met groot verdriet geven we kennis van het overlijden op 7 juli 2015 van Dr. Anton Schneider, grondlegger van het IBN, op 84-jarige leeftijd.
Moge zijn levenslange inzet ook in toekomst bijdragen tot een gezondere en humanere samenleving en zijn levenswerk voor de bouwbiologie verder gedragen worden door wijsheid. Het was een eer om hem te kennen. De begravenis heeft op eigen wens in besloten kring plaats gevonden. 190 wetenschappers uit 38 landen tekenen oproep aan Verenigde Naties om de gevaren van straling door elektromagnetische velden beter, sneller en strenger te reguleren. Lees hier de oproep. En hier de laatste update, dd. 4 juni 2015. Natuurlijk blijft de vraag waarom er geen één Nederlandse wetenschapper op de lijst verschijnt.
De white paper van het Fraunhofer Institut für Bauphysik uit 2014 toont aan dat momenteel meer dan 80 miljoen Europeanen in ongezonde en vochtige gebouwen leven waar ze 90% van hun tijd doorbrengen. Hierdoor stijgt het risico op de ontwikkeling van aandoeningen aan de luchtwegen, zoals astma. De white paper concludeert tevens dat het leervermogen van kinderen met 15% verbetert wanneer zij in een goed binnenklimaat verblijven. 90% van de gebouwen in Europa is op dit moment al gebouwd en heeft veel behoefte aan duurzame renovatie.
Dat een verbetering van het binnneklimaat een investering in een energetische renovatie optimaliseert is daardoor aangetoond. Andersom kan een slecht binnenklimaat - soms zelfs ontstaand door een energetische renovatie - alle ambities en berekende voordelen volledig teniet maken. Vele praktijkvoorbeelden laten inmiddels zien welke consequenties een slecht uitgevoerde renovatie - met onvoorziene herstelkosten - kan hebben. Tegelijkertijd groeit het aantal renovaties waarbij volledig aandacht aan bouwbiologische factoren geschonken werd, met goed resultaat, gezonde en tevreden gebruikers. |